Na bijna een jaar te hebben genoten van de GT, ging het rond augustus 2006 mis. Ik reed op de rondweg van Emmen en merkte dat de auto wat inhield. Er kwam rook onder de kap vandaan en achter mij was ook alles wit. De koppakking had het begeven. Ik kon ‘m nog net op een parkeerplaats neerzetten, daarna was het ook gebeurd.
Dat het kon gaan gebeuren was wel bekend, de pakking lekte al een beetje bij 1 cilinder bij aankoop, maar toch had ik het nog niet verwacht.
Nu de auto toch niet meer reed, leek het me een goed moment om ‘m dan maar goed aan te pakken. De auto roestte op de bekende plekken en dat kon ik dan mooi verhelpen. Zo zaten er enkele gaten in de kokerbalken, onder de sideskirts, in de wielkast rechtsachter, in de bodemplaat aan de bestuurderskant en op de achterklep.
Met goede moed heb ik de auto helemaal gedemonteerd en de bedoeling was in één keer door te gaan met lassen en weer opbouwen. Maar dat is anders gelopen. De rest van het jaar (2007) is de auto zo blijven staan en heb ik me meer met mijn andere auto bezig gehouden.
Op de foto’s hieronder zie je enkele van deze plekken. Het lassen is op de foto’s al gedaan, maar heb ik pas in 2009 gedaan.